Willem Hendrik Zwart  1925-1997
Arno Lambrechtse
'Als de dag van gisteren herinner ik me het moment dat ik Zwart voor het eerst ontmoette. Het was een koude winteravond in 1991, ik mocht met een kennis mee, zij had les bij hem en ik was op zoek naar een nieuwe leraar. De ontvangst onderaan de toren was allerhartelijkst. Boven bij de speeltafel stond achter de orgelbank een klein elektrisch kacheltje en boven de speeltafel brandde slechts één lamp. Ondanks de kou had ik het warm, van de zenuwen wel te verstaan. Het laatste kwartiertje mocht ik voorspelen. Ik had psalm 25 van Zwart ingestudeerd. Daar zat ik dan als dertienjarige knaapje achter de klavieren van het beroemde Hinsz-orgel. Zwart trok op het bovenwerk de 8-4-3 registers en de tremulant open en op het rugwerk de sesqualter en zei 'begint u maar meneer.' Het ging voor mijn gevoel niet zo heel goed, maar Zwart vond het helemaal zo gek nog niet. Hij gaf meteen tips en speelde zelf enkele passages voor. Vanaf dat moment heb ik vijf jaar les van hem mogen ontvangen totdat het vanwege zijn gezondheid niet meer ging. Iedere twee á drie weken was ik in Kampen te vinden. Ik heb Zwart leren kennen als een zeer belangstellend persoon en bovenal als een 'gewoon' mens. De lessen waren serieus, maar er was altijd tijd voor een praatje of een grap. Hij was streng wat vingerzetting en pedaaltechniek betrof, een foute noot was niet erg, hij keek meer naar hóe je speelde. Vooral in de maat spelen en tempo houden, daar was hij erg op gebrand. 'Houd je tempo vast', riep hij vaak. Soms ging hij ook even naar beneden om te luisteren, vanuit de diepte brulde hij dan vaak wat aanwijzingen naar boven. Ook schoof hij zelf vaak op de bank om te laten zien hoe het ook zou kunnen. Zijn opmerkingen waren altijd met een positieve insteek, altijd opbouwend. Een keer had ik zelf wat op papier gezet over 'Morgenglans der Eeuwigheid'. Hij zat echt te kijken hoe ik dat speelde. 'Wat klinkt dat mooi', was toen zijn reactie. 'Vooral die ene noot daar in het pedaal, die staat daar precies goed'. Zo was hij ook; deed je het goed dan kreeg je dat ook te horen. Het waren niet alleen orgelwerken of koraalbewerkingen tijdens de les, de theorie werd niet vergeten. Soms zaten we een hele les toonladders door te nemen of allerlei muziektheorieën. Vaak kwam tijdens de lessen al snel het papieren kladje en het potlood te voorschijn waarop hij ijverig de theorie met voorbeelden illustreerde. De mooiste momenten tijdens de lessen waren toch wel de behandeling van koraalwerken en kerkelijk orgelspel. Daar heb ik ontzettend veel van geleerd. Zwart's motto was altijd: let op de tekst van de psalm of het lied wat je speelt. Psalm 68 speel je nu eenmaal anders als Psalm 51. Geen orgelliteratuur of ellenlange voorspelen in de eredienst maar treffend, stimulerend en stichtelijk orgelspel. Zwart vond dan ook dat je je goed behoorde voor te bereiden op de zondagse eredienst; 'Een dominee gaat ook niet zomaar de preekstoel op.' Ik voel mij bevoorrecht Willem Hendrik Zwart gekend te hebben. Als mens en docent heeft hij bij mij een onuitwisbare indruk gemaakt. Dit zal ik altijd blijven koesteren. Arno Lambregtse (Organist Chr. Geref. Kerk in Nijkerk en de Hervormde Dorpskerk in Hoevelaken)