Hermanus
Hendrik
Kaldenberg
is
geboren
op
dinsdag
25
mei
1909
in
Herwijnen,
als
zoon
van
Jan
Kaldenberg
(1862-1943),
kruidenier
van
beroep,
en
Jenneke
Elizabeth
de
Jongh
(1870-1931).
Herman
is
op
één
na
de
jongste
van
het
grote
gezin
Kaldenberg.
Zussen
en
broers
zijn
Ruth
(1890),
Wouterke
(1892),
Geertje
(1896),
Eimert
(1899),
Gijsbertje (1902), Johan (1905), Jan (1907) en Jenneke Elizabeth (1911).
Herman
is
uitzonderlijk
muzikaal
en
in
maart
1932
slaagt
hij
voor
het
examen
‘Koorleider’
van
de
Bond
van
Chr.
Zang-
en
Oratoriumvereenigingen
in
Nederland,
gevolgd
door
het
in
november
behaalde
getuigschrift
‘Harmoniumspel’
van
de
Nederlandsche
Orgel-Examencommissie.
Herman
volgt
lessen
bij
Jan
Zwart
en
in
juli
1933
slaagt
hij
voor
het
getuigschrift
‘Kerkelijk
orgelspel’
van
de
Nederlandsche
Organisten
Vereeniging.
Ook
het
staatsexamen
voor
piano
en
leerkracht
AVMO
legt
hij
met goed gevolg af.
Herman
wordt
in
1934
aangesteld
als
organist
van
de
Grote
Kerk
in
Meppel.
Twee
vooraanstaande
organisten,
Willem
Zorgman
(1903-1981)
en
Henk
Pijlman
(1908-1989),
zijn hem in korte tijd voorgegaan.
Op
donderdag
7
maart
1935
trouwt
Herman,
25
jaar
oud,
met
Jannigje
Alida
(Lily)
van
Eck,
22
jaar
oud,
geboren
in
Rumpt,
dochter
van
Jan
van
Eck
en
Gijsberta
van
Wijk.
Uit
het
huwelijk
van
Herman
en
Lily
wordt
in
augustus
van
dat
jaar
in
Amsterdam
een
zoon
geboren, Jan Jenke. Het gezin woont op dat moment aan de Weerdstraat in Meppel.
Na
het
overlijden
van
Jan
Zwart
organiseert
Herman,
evenals
vele
(oud)leerlingen
van
Jan Zwart, een herdenkingsconcert.
De Dordrechtsche Courant schrijft op 11 augustus 1937:
WOUDRICHEM
-
De
eerste
orgelbespeling
van
dit
jaar
ten
behoeve
van
het
orgelfonds
in
de
N.
H.
kerk
alhier
zal
plaats
hebben
op
woensdag
11
Augustus.
Ditmaal
wordt
het
orgel
bespeeld
door
den
heer
H.
Kaldenberg,
organist
der
N.
H.
kerk
te
Meppel,
die
een
prachtig
programma
zal
uitvoeren.
Aanvang
8
uur.
De
bespeling
zal
het
karakter
dragen
van
een
„in
memorium”
aan
den
onlangs
overleden
orgelmeester
Jan Zwart, van wien de heer Kaldenberg een leerling is geweest.
In
oktober
1938
wordt
Herman
benoemd
tot
dirigent
van
de
‘Oratorium
Vereening’
in
Meppel
en
in
1941
dirigent
van
de
‘Nederlandsch
Hervormde
Zangvereeniging’.
In
september
1945
wordt
hij
aangesteld
als
hoofdleraar
piano
en
orgel
aan
de
plaatselijke
muziekschool.
In
die
jaren
is
er
sprake
van
‘broodnijd’
onder
de
muzikanten
in
Meppel.
Dat
is
één
van
de
redenen
dat
Herman
ook
in
Beilen
en
Westerbork
piano-
en
orgellessen
geeft.
Dat
hij
muzikaal
is
blijkt
ook
wel
uit
het
feit
dat
hij
in
Beilen
ook
wel
Kaldenbach
wordt
genoemd.
Herman
blijft
studeren
en
in
1946
slaagt
hij
aan
het
koninklijk Conservatorium in Den Haag voor het ‘paedagogisch practisch orgelexamen’.
Volgens
Ben
Smit,
een
oud-leerling
van
Herman,
heeft
Herman
na
de
oorlog
gezegd:
‘Het
is
hier
niet
veel
geworden.
Een
profeet
wordt
in
zijn
eigen
vaderland
niet
geëerd,
ik
ga
naar
Zuid-Afrika,
daar
hebben
ze
me
meer
nodig.’
Herman
voegt
de
daad
bij
het
woord
en
vertrekt
in
1948
met
zijn
vrouw
Lily
en
drie
zonen,
Jan
Jenke,
Bert
en
Henk
naar
Zuid-Afrika.
‘Nadat
ons
gezin
in
Paarl
was
neergestreken
werd
de
kerkwereld
door
mijn
vader
een
beetje
op
z’n
kop
gezet,’
aldus
Jody,
de
jongste
zoon
van
Herman,
‘zijn
koren
zongen
de
sterren
van
de
hemel,
de
mensen
vonden
het
prachtig,
zoiets
hadden
ze
nog
nooit
eerder
gehoord.
Zijn
orgelspel
voor
en
na
de
kerk-
diensten waren veelal complete concerten.’
Dat
laatste
viel
niet
altijd
in
goede
aarde
bij
de
plaatselijke
predikant
en
er
ontstonden
meer
dan
eens
wrijvingen.
Hij
besluit
in
1952
een
benoeming
tot
muziekleraar
aan
een
middelbare
school
in
Die
Strand
aan
te
nemen
en
wordt
tevens
aangesteld
als
organist
van
de
Nederduits
Gereformeerde
kerk aldaar.
Het gezin verhuist naar Somersetwest, alwaar in 1952 in het gezin Kaldenberg een vierde zoon wordt geboren, Jody.
Herman
geeft
in
de
jaren
50
ook
les
aan
universiteiten
in
Kaapstad
en
Stellenbosch
en
verzorgt
de
opleidingen
‘Musiekopvoeding
(Metode
Gehrels)’
en
‘Kortkursus
in
Klasmusiek’.
Ook
geeft
Herman
met
regelmaat
concerten
in
de
regio,
zijn
vrouw
Lily
treedt
meer dan eens op als soliste/zangeres tijdens deze concerten.
Jan
Jenke,
de
oudste
zoon
van
Herman,
kiest
net
als
zijn
vader
voor
een
muzikale
loopbaan
en
volgt
een
conservatoriumopleiding
in
Utrecht.
Al
op
jonge
leeftijd
is
hij
actief
als
concertpianist
en
begeleider
en
maakt
hij
deel
uit
van
de
‘Cape-Town-Chamber
Group’
waarmee
hij
concertreizen
door
Zuid-Afrika
maakt.
In
1965
keert
hij
met
zijn
gezin
terug
naar
Nederland
en
vestigt
zich
in
Enkhuizen waar hij Willem Mesdag opvolgt als stadsbeiaardier. Ook is hij actief als dirigent, pianist en muziekdocent.
Het
huwelijk
tussen
Herman
en
Lily
houdt
geen
stand
en
wordt
eind
jaren
vijftig
ontbonden.
Lily
trouwt
in
november
1960
opnieuw
met
kunstschilder
Jan
Adriaan
Marie van Anrooy (1901-1988).
In
1962
zet
Herman
een
punt
achter
zijn
loopbaan
als
kerkorganist
en
gaat
hij
van
start
met
een
eigen
orgelzaak
‘Ahlborn
Orrels’
aan
de
Langstraat
in
Kaapstad.
Naast
verkoop
aan
particulieren
worden
door
Herman
orgels
geplaatst
in
kerken
in
het
hele
land
tot
ver
in
Namibië.
Het
is
goed
te
combineren
met
zijn
liefde
voor
de
muziek,
hij
verzorgt
zijn eigen inauguratieconcerten en kan de orgels uitstekend demonstreren.
In deze periode leert hij Margaretha Maria Tollenaar kennen en trouwt met haar.
Herman
probeert
een
goed
evenwicht
te
vinden
tussen
Nederland
en
Zuid-Afrika.
In
de
periode
1971-1977
wisselt
hij
iedere
zes
maanden
van
land
en
is
woonachtig
in
Veenendaal. Uiteindelijk keert Herman definitief terug naar Nederland.
In
de
jaren
tachtig
wordt
Herman
aangesteld
als
cantor-organist
van
de
Grote
of
Sint
Maartenskerk
in
Tiel
alwaar
hij
een
huis
aan
de
Waal
betrekt,
slechts
enkele
kilometers
verwijderd
van
de
plek
waar
hij
is
geboren.
Hij
verzorgt
met
regelmaat
concerten,
ook
buiten Tiel.
Herman overlijdt op vrijdag 10 juli 1987 door een noodlottig ongeval.
Hij werd 78 jaar.
Deze pagina kwam tot stand met medewerking
van Jody Kaldenberg (jongste zoon van Herman)
Hermanus Hendrik Kaldenberg (1909-1987)
Publicatiedatum 10 februari 2023