Zwartschool  Leerlingen van Jan Zwart - hun leven en werk
Frits Uyttenboogaard is geboren op dinsdag 4 juni 1895 in Amsterdam, als zoon van Hendrik Uyttenboogaard (1853-1902), houthandelaar van beroep, en Alida Hendrika van Fulpen (1854-1920). Frits heeft drie oudere zussen en een broer, Alida Hendrika (1887), Hendrik (1889, Andrietta Johanna (1890) en Berendina Philipina (1893). Vader Hendrik overlijdt op 17 december 1902 op 49-jarige leeftijd. Moeder Alida staat alleen voor de opvoeding van haar vijf kinderen en geeft daarnaast leiding aan het houtbedrijf van haar man. Frits trouwt op donderdag 2 mei 1918, 22 jaar oud, met Jacqueline Maria Johanna van Waesberge, eveneens 22 jaar oud, dochter van Anton Cornelis van Waesberge en Johanna Jacoba Josina van de Henst. Frits en Jacqueline wonen kort in het plaatsje Sloten en nemen op 12 september 1918 hun intrek in een woning aan de Admiraal de Ruyterweg in Amsterdam. Kort nadien, op 24 september 1918 wordt uit het huwelijk van Frits en Jacqueline een zoon geboren, Johann Friedrich. Moeder Alida Hendrika van Fulpen overlijdt 17 augustus 1920 in Velsen, 66 jaar oud. Op 12 mei 1922 nemen Frits, Jacqueline en Johann hun intrek in de ouderlijke woning van Frits aan de Breestraat in Amsterdam. In de jaren 20 studeert Frits bij Jan Zwart en gaat hij met een eigen lespraktijk van start. Ook verzorgt hij vele piano- en orgelconcerten en is zeer actief als koordirigent. Zijn vrouw Jacqueline is lid van diverse koren en treedt ook regelmatig op als soliste. Frits werkt meer dan eens samen met de bekende musicus Alphons Vranken (1879- 1953). In de jaren 30-40 verzorgt Frits talloze concerten voor de NCRV- AVRO- en VARA-radio. Koren (voor zover bekend) onder zijn leiding zijn: - Zaansch Vrouwenkoor - Vrouwenkoor ‘Vox Jubilans’ - Mannenkoor G.E.W.A. - Velser Dameskoor - Doopsgezind Vrouwenkoor - Gemengd koor T.A.V.E.N.U. - Solomannenkwartet ‘Solo Nostrum’ - Gemengde Zangvereniging ‘Harmonie’ - Kinderkoor ‘Kleine Harmonie’ DE ZAANLANDER (26-11-1928) ‘In een gewijden dienst werd de nieuwbenoemde organist bij de Doopsgezinde Gemeente te Wormerveer, de heer Frits Uyttenboogaard, zondagmorgen bevestigd. Het kerkgebouw was nagenoeg geheel bezet. (…) Na gebed en voorlezing uit Psalm 33, sprak Ds. Britzel naar aanleiding van de woorden ‘Zingt den Heer een nieuw lied’, waarin spreker over de vrijheid van zingen in de doopsgezinde kerk, over oude en nieuwe gezangen, den gemeenschappelijken zang en de waarde daarvan en over den koorzang. (…) Dan wendt spreker zich in het bijzonder tot den nieuwen organist, die 1 november benoemd werd en thans hier zijn taak zal aanvaarden. Spreker wijst er op, hoe bijzonder diens spel bij de proefnemning voldeed en alle overige verkregen goede indrukken de beste verwachtingen voor de toekomst bieden. Voorts spreekt de predikant zijn vertrouwen uit op de gaven van den heer F. Uyttenboogaard als koorleider. ‘Gij zijt reeds begonnen, aldus spreker als leider van onze kinderzang en met belangstelling zien wij dan ook Kerstmmis tegemoet. (…) De Zaanlander (7 mei 1940) ‘Dankzij de muzikale intuitie van den dirigent Frits Uyttenboogaard, werd het ‘Stabat Mater’ van Pergolese voor koor, solisten en orkest tot een waar succes. Uit deze uitvoering bleken niet alleen de capaciteiten van Frits Uyttenboogaard als koorleider, doch tevens als orkestdirigent.’ De Standaard (15-07-1941) ‘Een ware verkwikking was het optreden van Alphons’ Vranken’s Bel Canto, een muzikaal geestelijk bad. Eerst het ‘Onze vader’ van Frits Uyttenboogaard, dan Psalm 75 van Sweelinck en eindelijk twee motetten uit het Hooglied van Salomo (5 stemmig) van Pelestrina. Nog zong Jo Immink een mooie compositie van Vranken, Caro mio ben.’ In 1940 verzorgt Frits, zowel voor als na het uitbreken van de oorlog, vele concerten. Dit aantal loopt in 1941 sterk terug. In 1942 verhuist Frits naar een herenhuis aan de Lagedijk in Zaandijk, zijn les- en concertpraktijk ligt stil. Na de oorlog keert hij weer terug naar zijn woning aan de Breestraat in Amsterdam en probeert hij zijn les- en concertpraktijk weer op te pakken. Zijn inwonende zoon Johann Friedrich laat zich na de oorlog Jan Frits noemen. Jan Frits trouwt in 1946 met Gerda Kruitbosch. In januari 1953 wordt Frits Uyttenboogaard benoemd tot organist van de Oosterpark- kerk van de doopsgezinde gemeente in Amsterdam. Ook na de oorlog verzorgt Frits voor de radio orgel-, piano- en koorconcerten. In mei 1957 draagt de Wereldomroep zorg voor de laatste uitzending. Frits heeft zich ontwikkelt tot een zéér veelzijdig musicus. Talloze composities voor orgel, piano en koor staan op zijn naam. Een aantal bewerkingen die door de VARA- en NCRV-radio zijn uitgezonden: KOOR COMPOSITIES Herz, mein Herz Es war einmal ein konig Resurrectio Menschenogen Onze Vader Avondbede Morgenstond Nachtliedje Guter Mund Trias Harmonica Jesu tibi sit Gloria Jesu, mijn vreugde Victimae Paschali Barques d’or Twee liederen Houdt moed Koekoek Bundel ‘Zes Chansons de Bord’ (1) Adieu cher canarade (2) Au trente-et-un du mois (3) Quand la boiteuse va-t-au marche (4) Passant par Paris (5) La Margot (6) Nous irons a Valparaiso ORGEL COMPOSITIES Tango Sentimentale Idylle Frits en Jacqueline blijven hun leven lang aan de Breestraat wonen. Jacqueline overlijdt op woensdag 17 augustus 1966, 70 jaar oud. Op 1 september 1977 verhuist Frits naar het Menno Simonszhuis aan de Noord- hollandstraat in Amsterdam. Hij overlijdt na een korte ziekte enkele maanden nadien, op donderdag 15 december 1977, 82 jaar oud.
Frits Uyttenboogaard (1895-1977)
Publicatiedatum 17 november 2022