Johannes Lips (1875-1939)
Johannes Lips over Jan Zwart:
Wellicht
interesseert
het
enkele
lezers,
liefhebbers
van
kerkelijk
orgelspel,
iets
te
vernemen
van
dezen
zoo
talentvollen
organist.
Waar
ik
destijds
meermalen
met
hem
in
aanraking
kwam
en
ook
eenigen
tijd
onderwijs
van
hem
ontving,
zij
het
mij
vergund
hier
enkele
jeugdherinneringen
mee te deelen.
Jan
Zwart
zal
zoo
ongeveer
17
jaar
geweest
zijn
toen
ik
voor
het
eerst
kennis
met
hem
maakte.
Het
was
toen
op
het
orgel
der
Gereformeerde
Kerk
aan
de
Westzeedijk
te
Rotterdam.
Zijn
groote
handigheid
bleek
mij
toen
reeds
waar
hij,
toen
de
gemeente
zakte,
zonder
aarzelen
een
halve
toon
lager
voortging
en
zoo
de
situatie
redde.
Een
manoeuvre
die
ik
van
hem
leerde
en
ook
wel
in
dergelijke
gevallen
heb
toegepast.
Later
werd
hij
benoemd
bij
de
Ned.
Herv.
Gemeente
te
Capelle
aan
den
IJssel.
Meermalen
heb
ik
hem
daar
vervangen
of
wandelden
wij
samen
den
twee
uur
gaans
lange
weg.
Zijn
voorspelen
verbaasden
mij
steeds,
daar
hij
die
heel
vaak
gaf
in
den
vorm
eener
fughetta.
Niet
door
allen
werd
dit
gewaardeerd
en
vonden
sommigen
zijn
spel
te
vroolijk.
Echter
de
toenmalige
predikant
Meerburg,
was
zeer
met
zijn
spel
ingenomen.
Toen
Zwart
naar
Amsterdam
solliciteerde
was
hij
wel
zoo
verstandig
dit
niemand
mee
te
deelen.
Wel
echter
aan
ons
beider
leeraar,
wijlen
de
heer
A.
de
Vries,
de
zeer
vermaarde
orgelvirtuoos
en
organist
der
Groote
Kerk
te
Rotterdam.
Deze
zeide
echter
dat
Zwart
zich
de
moeite
wel
sparen
kon
en
zeker
niet
in
aanmer-
king zou komen.
Hoe
heeft
De
Vries
zich
vergist.
Na
verge-
lijkend
examen
werd
Zwart
benoemd
tot
organist
van
de
Hersteld
Lutherse
Gemeente
te
Amsterdam.
Zwart
is
geblek-
en
te
zijn
een
organist
die
(zooals
de
zoo
gunstig
bekende
Rotterdamsche
organist
wijlen
G.B.
van
Krieken
het
in
het
voor-
woord
van
diens
koraalboek
uitdrukt)
de
gave
had,
door
zijn
spel
de
gemeente
te
stichten
en
alzoo
den
Naam
te
verheer-
lijken
van
Hem,
die
de
toonkunst
schiep
en
een
plaats
aanwees
ook
in
Zijn
dienst.
Aan
alle
organisten
een
voorbeeld
om
na
te
volgen.
Aan
de
gemeente
deze
organisten
te waarderen.
Leidsche Courant
Maandag 26 juli 1937
Johannes
Lips
is
geboren
op
donderdag
1
april
1875
in
Rotterdam
als
zoon
van
Cornelis
Lips
en
Geertrui
Verhagen.
In
1898
volgt
hij
Jan
Zwart
op
als
organist
van
de
Nederlands
Hervormde
kerk
in
Capelle
aan
de
IJssel.
De
kerk
heeft
op
dat
moment
de
beschikking
over
een
pedaalharmonium.
Zes
jaar
later,
in
1904,
maakt
dit
harmonium
plaats
voor
een
nieuw
orgel,
gebouwd
door
de
firma
Van
Dam
&
zonen uit Leeuwarden.
Johannes
trouwt
op
28
april
1904
met
de
25-jarige
Magdalena
Maagdelijn,
dochter
van
Jan
Maagdelijn
en
Klazina
van
Zuilen.
Volgens
de
trouwakte
is
Johannes
muziekonderwijzer.
In
1917
is
hij
organist
van
de
Nederlands
Hervormde
Noorderkerk
in
Rotterdam
en
heeft
hij
de
beschikking
over
het
prachtige,
door
J.F.
Witte in 1894 gebouwde orgel. (Firma Bätz-Utrecht)
Eind
1923
verhuist
hij
naar
Apeldoorn
en
opent
daar
de
eerste
‘Apeldoornsche
Muziekschool’.
Ook
doet
hij
dienst
als
organist
van
de
Nederlands
Hervormde
Kapel
aan
de
Asselschestraat,
de
latere
Goede Herderkerk.
Johannes Lips overlijdt op 1 april 1939 in Apeldoorn.
Composities/uitgegeven werken van Johannes Lips:
Orgelboek ‘Scene pastorale van A.W.Rijp & Droombeeld van Joh.Lips’
‘Bij het heengaan van organist Lips’
Bekwaamheid, vroomheid sierden hem als organist
de kerk waardeerde zeer zijn grote gaven,
maar ’t wachten was nog in de Nieuwe Kerk
op een mooi orgel dat zijn meesterschap zou staven.
Reeds jaren behielp hij zich met een slecht orgel,
een paar bazuinen moesten het geluid versterken,
toch heeft hij met dit halve materiaal
gewoekerd dat men de armoe niet zou merken.
Maar welk een vreugd, zijn hoop ging weer herleven,
het nieuwe orgel was gekocht, een prachtig instrument,
’t Is in de kerk geplaatst tot vreugde der gemeente.
Nu kon dan de organist ontplooien zijn talent.
Maar welk een tragisch voorval ging er nu gebeuren,
in ’t aangezicht van ’t heerlijk morgenrood,
ach, de organist Johannes Lips ging sterven,
het nieuwe orgel wacht, maar de organist is dood!
A.G. Kitz
Apeldoorn, 4 april 1939
Nieuwe Apeldoornsche Courant
Publicatiedatum 12 juli 2021