Meindert Hendrik Boekel is geboren op dinsdag 15 september 1914 aan de Albert Cuypstraat in Amsterdam, als zoon van Hendrik Boekel (1889-1962), schoen- maker van beroep, en Cornelia Koets (1886-1978). Na enkele jaren in Amsterdam te hebben gewoond verhuizen Hendrik en Cornelia met hun zoon Meindert in 1916 naar Hoorn en vestigen zich aan het ‘Grote Noord’. Uit het huwelijk van Hendrik en Cornelia worden nog twee kinderen geboren. Op 4 december 1917 wordt een dochter geboren, Wilhelmina Mercuria. Op 2 november 1934 volgt een zoon, Piet. Meindert meldt zich op 11-jarige leeftijd bij Evert Koning (1882-1947) voor orgel- en harmonisatielessen. Twee jaar later volgt een benoeming tot organist van de Hersteld Evangelisch Lutherse kerk in Hoorn. De veelzijdigheid van Meindert blijkt wel uit het feit dat hij door zelfstudie ook cornet, trombone, tuba, clarinet en saxofoon leert spelen. Op 15 jarige leeftijd vervolgt hij zijn orgellessen bij Jan Zwart in Amsterdam en geeft hij ook zijn eerste concerten voor de NCRV-radio. Na de ambachtsschool te hebben afgerond krijgt hij een baan bij de orgel- bouwer Flentrop in Zaandam. In 1937 wordt hij als organist aangesteld van de Nieuwe Waalse Kerk in Amsterdam. Meindert studeert hij bij Cornelis de Wolf (1880-1935) en Anton van der Horst (1899-1965) aan het Amsterdams Conser- vatorium. Met zijn einddiploma op zak krijgt hij nog enkele jaren aanvullend les in harmonie en contrapunt bij Ernest Willem Mulder (1898-1959). Meindert trouwt op woensdag 5 mei 1943 in Renkum met Aaltje Henderika, Geertruida Wierenga, geboren te Groningen op 28 augustus 1919, dochter van Siert Wierenga en Cornelia Anna Hommes. Na de 2e wereldoorlog is Meindert dirigent van het Amsterdams Vocaal Ensemble en via Anton van der Horst komt hij in 1946 in dienst bij de NCRV als organist-koordirigent en arrangeur. In hetzelfde jaar verhuist hij van Hoorn naar Hilversum en neemt zijn intrek in een villa in het Susannapark. Meindert had tijdens zijn studie al diverse koren gedirigeerd, waaronder ook het Amsterdams Vocaal Ensemble. Bij de NCRV dirigeert hij o.a. het NCRV-Kwartet en het NCRV Vocaal Ensemble. Meindert is niet alleen binnen de omroep actief, jarenlang is hij dirigent van de zangvereniging Soli Deo Gloria uit Hoorn en geeft hij leiding aan harmonie, fanfare en brassband-orkesten. Ook de Nationale brassband Nederland staat onder zijn leiding. In 1959 treedt Meindert Boekel in dienst van de Nederlandse Radio Unie (later NOS). Hij geeft leiding aan diverse koorformaties, waaronder het Klein Radiokoor, het Radiokoor en het Groot Omroepkoor. In 1964 staat hij voor de Koninklijke Oratorium Vereniging Exelsior in Amsterdam waarmee hij jaarlijks een uitvoering van de Mattheus Passion in het concertgebouw verzorgt. Uit het huwelijk van Meindert en Aaltje worden twee dochters geboren. In december 1969 wordt het huwelijk door echtscheiding ontbonden. Meindert trouwt niet lang daarna met Wil ter Linde. Uit dit huwelijk worden twee zonen geboren. Op 31 augustus 1979 neemt Meindert afscheid als koordirigent van de omroep met een bijzonder concert in de Sint Vitus-Kerk in Hilversum. Hieraan wordt meegewerkt door het Radiokoor, het Groot Omroepkoor en het Omroep Orkest. In hetzelfde jaar wordt hij benoemd tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Meindert Boekel overlijdt op dinsdag 2 mei 1989. Hij wordt begraven op begraafplaats ‘Zuiderhof’ in Hilversum. Meindert Boekel componeerde vele werken voor harmonie-, fanfareorkesten en brassbands. Vaak nam hij daarbij een geestelijk lied als thema. Ook componeerde hij voor koor en orkest. Een groot deel van zijn werk is niet uitgegeven en maakt deel uit van de collectie van de voormalige muziekbibliotheek van de Omroep. Composities voor harmonie-, fanfare en brassbands (Betreft een selectie) (1947) Scherzo (1947) Suite Classique Intrada, Air, Finale (1950) Valerius fantasie (1952) Hoop, hoorspelmuziek (koor en orkest) (1953) New Orleans (1954) Tableaux des Vosges Le lac de Retournemer Le Saut des Cuves La chapelle de Labaroche La Roche du Diable (1955) Koraalcontate ‘Wachter op de heil'ge muren’ (1956) Harlem Shadows, ouverture (1957) Concertino, voor piano en harmonieorkest Moderato Larghetto-quasi recitativo Allegro spirituoso (1958) Fantasie sur trois Noëls (1963) Grand Cañon du Verdon (1964) Valerius Suite Hoe groot en hoe vervaerlic Heer ! als ick denck aen't goet Com nu met sangh van soete tonen Merck toch hoe nu int werck sich al steld (1964) Saint David, Symfonische scène (1964) Cantate (kinderkoor, koor en orkest) 40 jaar NCRV (1965) Marcia Funèbre (1968) Die Koppenbrüllerhöhle Suite (1971) Three Motions Maestoso ma moderato Allegretto Allegro vivace (1971) The Spirit of Life (1977) Two Sinfonic Interludes Andante espressivo Allegro con spirito (1980) Lamento Pacis voor fanfare-orkest (1980) Suite Romantique, voor harmonieorkest Prélude Sérénade Nocturne Rondo (1980) Noëls de France (1984) Veni Creator Spiritus (Koor en harmonie- of fanfare-orkest) (1986) Te Deum voor koor en harmonie- of fanfare-orkest A Simple Serenade Moderato Allegretto Allegro ma non troppo Prelude - Op een Paaslied uit de 12e eeuw

Publicatiedatum 9 augustus 2024