Zwartschool  Leerlingen van Jan Zwart - hun leven en werk
Willem Frederik ten Rouwelaar is geboren op dinsdag 14 april 1903 als zoon van Johannes ten Rouwelaar (1879-1948) en Anna Paulina Willems (1878-1933). Willem kiest voor een opleiding theologie en in april 1931 slaagt hij voor zijn proponents-examen. Tijdens zijn studie volgt hij orgellessen bij Jan Zwart en er ontstaat een bijzondere vriendschap. Op woensdag 30 maart 1932 trouwt Willem in Amsterdam met Geertruida Margaretha Huntelaar, dochter van Christaan Hermanus Huntelaar (1861-1932) en Maria Louisa Baumgärtner (1866- 1950). Het huwelijk wordt door ds. A. Klinkenberg in de Hersteld Evangelisch Lutherse kerk ingezegend. Willem en Margaretha vestigen zich na hun huwelijk in Zwolle alwaar op 10 april Willem wordt aangesteld als predikant van de Hersteld Evangelisch Lutherse gemeente. Na het overlijden van Jan Zwart in 1937 wordt op initiatief van Willem en een aantal mensen, waaronder Prof. Dr. K. Schilder en Feike Asma, een fonds in het leven geroepen met als doel het gezin van Jan Zwart te ondersteunen. Dit comité wil, zoals zij zelf aangeeft, ‘actie tot fondsvorming stimuleren door over het geheele land in de maanden April-Mei 1938 herdenkingsavonden te organi- seeren en liefst de geheele opbrengst ten goede doen komen aan bovenge- noemd fonds.’ Ook Willem neemt op 21 augustus 1937 een herdenkingsconcert voor zijn rekening. HERDENKINGSCONCERT JAN ZWART DOOR DS. TEN ROUWELAAR Tien jaar is het thans reeds geleden dat de Zaanlandsche organist Jan Zwart de aandacht van geheel muziekminnend Zwolle op zich wist te vestigen door zijn orgel- concerten in de Zuiderkerk. Jan Zwart stond toen nog in de volle kracht van zijn leven en zijn bespelingen van het toen twee jaar oude orgel van de firma Valckx en Van Kouteren, waren voor vele stadgenooten, vooral voor de gereformeerden, een ware openbaring. En nu wij thans eenige weken na zijn dood ons naar de Zuiderkerk begeven om het herdenkingsconcert door z’n leerling ds. W. F. ten Rouwelaar bij te wonen, kwam ons onwillekeurig Jan Zwarts phenomenale orgelspel weer in herin- nering. (…) Het orgel van de Zuiderkerk heeft alles wat den organist het bespelen kan veraangenamen. En dat dit aan ds. ten Rouwelaar wel is toevertrouwd, heeft het aan- dachtig luisterende publiek gisteravond ruimschoots kunnen constateeren. Ofschoon de wijze waarop ds. ten Rouwelaar registreert aan z’n leermeester doet denken, ver- raadt toch z’n spel terstond een zekere graad van originaliteit, reeds de inzet over het koraal met voorspel: ’k Wil U, o God mijn dank betalen, bewees dit op treffende wijze. Vervolgens werd ten gehoore gebracht een van de mooiste composities van de gestorven meester n.l. de sombere muziek over psalm 103 : 8. Even hiervoor werd het woord gevoerd door den Eerw. Heer Ds. Munnik, die met een enkel gevoelvol woord, den overleden meester herdacht. Na afloop werd dan ook een collecte gehouden ten bate van het Jan Zwart Fonds. Bij de hierna volgende afwerking van het programma bleek nog eens weer hoeveel schoons en blijvends het oeuvre van Jan Zwart wel bevat. Evenals de muziek van Cornelis de Wolf is zij typisch protestantsch van opvatting. En ofschoon Jan Zwart minder origineel is dan de Wolf, treft ook hier de vrome toon en het Godsvertrouwen dat tusschen alle accoorden is doorgeweven. Het beste kwam dit tot uiting bij het laatste nummer, een bewerking van het bekende Lutherlied ‘Ein fester Burg ist unser Gott’ dat door ds. ten Rouweiaar met entrain werd weergegeven. Dat de concertgever ook met de andere nummers van het programma veel eer heeft ingelegd, behoeft wel geen nader betoog. Ds. ten Rouwelaar beschikt over een zeer goed ontwikkelde techniek ook op het pedaal; de registratie was wel overwogen en rijk gevarieerd. Hij heeft hiermede niet alleen aan het orgel, maar ook aan zijn ouden leermeester alle eer bewezen. Het was een genotvolle avond. Overijselsch Dagblad Zaterdag 21 augustus 1937 (Verkort artikel) Op zondag 15 november 1942 neemt Willem afscheid van zijn gemeente in Zwolle en een week later, op zondag 22 november, volgt zijn bevestiging als predikant van de Hersteld Evangelische Lutherse kerk in Amsterdam. In 1947 neemt hij het beroep aan van de Evangelisch Lutherse gemeente in Ede. Vijf jaar nadien, in 1952, wordt hij luchtmachtpredikant en is hij vervolgens predikant in Bodegraven (1954) en Middelburg-Vlissingen (1959) om vervolgens in 1966 weer voor luchtmacht-predikant op de vliegbasis Gilze-Rijen (Breda) te kiezen. Als emeritus is Willem vanaf 1968 actief als pastoraal medewerker binnen de Lutherse gemeente in Breda. Ook buiten de Lutherse Kerk krijgt Willem grote bekendheid door zijn functies in tal van Christelijke verenigingen en organisaties. Als hoofdbestuurslid van de NCRV verzorgt hij vele radiospreekbeurten en lezingen. Na de oorlog is hij geestelijk verzorger van politieke delinquenten. Hij geeft vele spreekbeurten door het gehele land, is lid van de zendingscommissie van de Lutherse Jeugdbeweging, voorzitter van de Bond van Lutherse Jongeren en secretaris van de Synode van het Hersteld Verband der Evan- gelisch Lutherse kerk. Later is hij bestuurslid van blinden- instituut ‘Sonneheerdt’ in Ermelo en de Bijbelkiosk-vereniging. Op 18 april 1969 wordt Willem ten Rouwelaar benoemd tot ridder in de Orde van Oranje Nassau. Ruim drie jaar later overlijdt hij op 10 mei 1972 in Breda. Margaretha ten Rouwelaar-Huntelaar overlijdt op 25 november 1989.
Willem Frederik ten Rouwelaar (1903-1972)
Publicatiedatum 21 januari 2022