Jan Zwart  (1877-1937)
Jan Zwart is geboren op maandag 20 augustus 1877 in Zaandam als zoon van Stoffel Zwart en Christina Bot. In september 1881 verhuist hij, vier jaar oud, met zijn ouders, broer Stoffel en zus Grietje naar Rotterdam. Jan groeit op aan de Meermanstraat, de Noord- singel en de 2e Pijnackerstraat. Al vroeg blijkt zijn muzikale aanleg en zijn eerste orgel- en pianolessen krijgt hij van Henri/Henrij van Eijk (1865-1923). In 1891 vervolgt hij zijn studie bij Gerard Bartus van Krieken (1836-1913), organist van de Zuiderkerk en bij Hendrik de Vries (1857- 1927), organist van de St. Laurenskerk. In 1893 is hij organist van de Gereformeerde kerk aan de Westzeedijk in Rotterdam en in 1895 volgt een benoeming tot organist van de Nederlands Hervormde Kerk in Capelle aan den IJssel. Na een uitgebreid vergelijkend examen op 3 januari 1898 wordt Jan Zwart aangesteld als organist van de Hersteld Evangelisch Lutherse Kerk in Amsterdam, als opvolger van Johan Aron Gullen (1838-1920). Op 10 mei 1899 laat hij zich inschrijven bij de gemeente Amsterdam en vestigt zich aan de Wagenaarstraat en later aan de Linnaeusstraat. Naast Amsterdam is Jan Zwart ook actief in zijn geboorteplaats Zaandam. Vanaf 1901 ontplooit hij tal van muzikale activiteiten en verzorgt hij regelmatig orgelconcerten in de regio. Op 18 november 1902 verhuist Jan naar Zaandam en krijgt hij onderdak bij zijn grootouders Stoffel een Aaltje Zwart die aan het Papenpad wonen. In 1905 voegt Jan zich weer bij zijn familie die zich zojuist in Amsterdam heeft gevestigd. Twee jaar later, in maart 1907, verhuist hij samen met zijn ouders, broer en zussen naar Zaandam. De familie vestigt zich aan het Schapenpad. Jan trouwt op donderdag 15 april 1909, 31 jaar oud, met de in Zaandam geboren Catharina Zwart, 20 jaar oud, dochter van Jan Zwart en Pietertje Pos. Het jonge echtpaar vestigt zich aan de Langestraat in Zaandam. Uit het huwelijk van Jan en Catharina Zwart worden dertien kinderen geboren. Christina (1909), Stoffel (1911), Petronella (1912), Alida (1913), Catharina (1914), Jan (1916), Dirk (1917), Maria (1919), Jannetje (1919), Piet (1921), Jaap (1924), Willem Hendrik (1925) en Henderika (1928). Rond 1915 geniet Jan landelijke bekendheid. Hij verzorgt orgelconcerten door het hele land. Ook als componist staat hij volop in de belangstelling door zijn bewerkingen van psalmen en geeste- lijke liederen. Hij maakt school met een grote schare leerlingen en vanaf 1929 tot aan zijn overlijden in 1937 geeft hij wekelijkse orgel- bespelingen voor de NCRV-radio. Als muziek- historicus publiceert hij vele artikelen over de protestantse orgelkunst. Na een kort ziekbed overlijdt Jan Zwart op dinsdag 13 juli 1937 in Zaandam, 59 jaar oud. Catharina Zwart overlijdt op 17 december 1979, 91 jaar oud.
Jan Zwart (1877-1937) is een zoon van Stoffel Zwart (1854-1910) en Christina Bot (1856-1911). Stoffel Zwart is een zoon van Stoffel Zwart (1821-1911) en Aaltje Groen (1820-1909). Stoffel Zwart is een zoon van Pieter Zwart (1793-1857) en Catharina Cordes (1792-1849). Pieter Zwart is een zoon van Stoffel Jansz Zwart (1764-1835) en Grietje Hendriks Berg (1763-1826). Stoffel Jansz Zwart is een zoon van Jan Stoffelsz Zwart (1734- 1779) en Maritje Arends Brat (1736-1807). Jan Stoffelsz Zwart is een zoon van Stoffel Zwart.
Stoffel Zwart is geboren op 14 oktober 1854 in Zaandijk als zoon van Stoffel Zwart en Aaltje Groen. Stoffel trouwt op 30 januari 1876, 21 jaar oud, met de in Zaandam geboren Christina Bot, 20 jaar oud, dochter van Jan Bot en Grietje Schone. Uit het huwelijk van Stoffel en Christina worden zeventien kinderen geboren. Stoffel is werkzaam als handelsreiziger en in september 1881 besluit het echtpaar Zwart met hun kinderen Jan (1877) , Grietje (1878) en Stoffel (1880) naar Rotterdam te verhuizen. De oudste dochter Aaltje (1876) is overleden. Het gezin vestigt zich aan de Noordsingel, verhuist kort daarna naar de Meermanstraat alwaar het gezin ruim zeven jaar blijft wonen. In 1891 volgt een verhuizing naar de Noordsingel en in 1895 kiest men voor een woning aan de 2e Pijnackerstraat. In Rotterdam worden dertien kinderen geboren. Christina Catharina (1882), Sophia (1884), Alida Jacoba (1885), Pieter (1886), Maria (1887), Jacob (1888), Petronella (1889). Johanna (1891), Anna (1892), Dirk (1893), Jouke (1895), Hendrika (1896) en Bertha (1898). Verdriet blijft het gezin niet bespaard, Aaltje, Sophia, Pieter, Jacob, Petronella, Anna en Dirk overlijden in hun eerste levensjaar. Grietje en Bertha worden zes en drie jaar oud. Zoon Jan verhuist in 1899 naar Amsterdam en kort na het huwelijk van dochter Alida Jacoba met Simon Kurpershoek verhuizen Stoffel en Christina in 1905 met hun vijf kinderen naar Amsterdam. Ze kiezen voor een bovenwoning aan de Valeriusstraat. Zoon Jan, inmiddels woonachtig in Zaan- dam, trekt bij hen in. Twee jaar later, in maart 1907, verhuist Stoffel en zijn gezin naar Zaandam en betrekt de familie een woning aan het Schapenpad. Stoffels moeder, Aaltje Groen, overlijdt op 22 december 1909 in Zaandam, 89 jaar oud. Stoffel overlijdt vier maanden later, op 19 april 1910, 55 jaar oud. Christina overlijdt ruim een jaar nadien, op 12 juni 1911, 56 jaar oud. Een maand later, op 17 juli 1911, over- lijdt Stoffels vader, Stoffel Zwart, 90 jaar oud.