Als
iemand
ooit
gedacht
mocht
hebben
dat
de
band
aan
het
oude
Moederland
onder
de
oud-Nederlanders
in
Canada
met
het
verstrijken
van
jaren
losser
zou
worden,
dan
is
het
tegendeel
wel
gebleken
toen
de
koren
uit
Kampen,
Zwolle,
Heerde
en
Harderwijk
een
tournee
maakte
door
Canada
onder
leiding
van
hun
dirigent,
de
organist
Willem
Hendrik zwart.
Er
was
voor
deze
tournee
nogal
wat
reclame
gemaakt
in
ons
blad,
en
Hamilton
was
zo
fortuinlijk
een
van
de
plaatsen
te
zijn
waar
een
uitvoering
zou
worden
gegeven.
Helaas
kon
men
blijkbaar
westelijk
Canada
niet
in
het
reisplan
voegen.
Alleen
Sarnia,
London,
Toronto
en
Hamilton
stonden
op
het
programma
voor
wat
Canada
betreft.
In
de
United
States hebben de koren gezongen in Grand Rapids, Michigan en Mount Clemens.
Ik
acht
mijzelf
niet
bevoegd
om
een
oordeel
uit
te
spreken
over
de
technische
prestaties
van
deze
koren.
Dat
zou
een
musicus
moeten
doen.
Maar
ik
heb
er
zeer
van
genoten,
niet
alleen
om
de
zang
en
het
prachtige
orgelspel,
maar
meer
omdat
ik
deze
uitvoering
heb
ondergaan
als
een
geestelijk
bad.
Hiermede
wil
ik
niet
zeggen
dat
wij
hier
in
Canada
gebrek
hebben
aan
geestelijke
verfrissing.
Stellig
niet.
Maar
het
zingen
van
deze
Nederlanders en het spelen van deze kunstenaar op het orgel stemden dankbaar en blij.
Talenkennis
speelde
blijkbaar
heen
rol,
want
de
koren
zongen
even
gemakkelijk
het
Canadese
volkslied
als
‘Wohl
mir
dass
ich
Jesum
habe’
van
J.S.
Bach.
De
koren
zongen
met
gevoel.
Sterker
nog,
ze
brachten
een
boodschap
en
voor
die
het
verstaan
mocht
heeft er hartelijk amen op gezegd.
Over
de
dirigent
zou
een
apart
hoofdstuk
te
schrijven
zijn.
Dadelijk
van
het
begin
van
het
concert
nam
hij
niet
alleen
zijn
koorleden
voor
zich
in,
maar
alle
aanwezigen
werden
aangestoken
door
zijn
vuur,
de
bezieling,
het
enthousiasme
van
de
heer
Zwart.
Zijn
orgelspel
was
prachtig,
vooral
toen
hij
stukken
van
wijlen
zijn
vader
Jan
Zwart
speelde.
Als
je
voor
een
moment
de
ogen
sloot
en
je
hoorde
dit
spel,
was
het
of
Jan
Zwart
in
eigen
persoon
weer
achter
het
orgel
in
de
Lutherse
kerk
aan
de
Kloveniersburgwal
in
Amsterdam
had
plaatsgenomen.
Wij
behoeven
ons
niet
te
schamen
dat
deze
herinneringen
aan
vroegere
jaren
prettige
gedachten
oproepen.
Wijlen
Jan
Zwart
was
een
geestelijk
kunstenaar
die
het
Nederlandse
volk
indertijd
veel
heeft
gegeven.
En
het
moet
een
groot
voorrecht
voor
één
van
zijn
zoons
zijn
als
hij
merkt
dat
de
mensen
voor
ditzelfde
spel
van
deze
zelfde
liederen
een
grote
plaats
in
hun
hart
inruimen.
Het
leek
mij
toe
(maar
misschien
is
dat
wel
inbeelding)
dat
de
dirigent
speciaal
in
zijn
kracht
was
toen
hij
‘De
dag
door
Uwe
gunst
ontvangen’
dirigeerde.
Wat
een
vuur,
wat
een
bezieling!
Maar
ja,
het
was ook zijn eigen arrangement.
De
overvolle
kerk
was
reeds
een
indicatie
dat
de
oud-Nederlanders
in
Canada
de
koren
uit
het
oude
vaderland
een
warm
hart
toedragen,
maar
het
aanhoudend
applaus
hebben
zij
getracht
uiting
te
geven
aan
het
feit
dat
zij
de
boodschap
hadden
verstaan
en
dat
zij
die
boodschap
dankbaar
mee
naar
huis
hebben
genomen.
Want
een
boodschap
was
het.
Het
gehele
programma
was
er
een
van lofzegging voor wat God weer voor Zijn volk geworden is door Zijn Zoon.
De
heer
Zwart
is
met
zijn
koorleden
weer
terug
in
Nederland,
maar
als
zij
dit
mochten
lezen,
dan
mogen
zij
de
zekerheid
hebben
dat
zij
Canada
(en
stellig
ook
de
United
States)
die
hun
programma
hebben
mogen
beluisteren,
een
avond
van
groot
geestelijk
genot
hebben
gegeven.
Tot
weerziens?
Ik
weet
het
niet.
Maar
het
was
wel
treffend
dat
aan
het
eind
van
de
avond
de
koren
in
het
Nederlands
en
de
toehoorders
elkaar
toezongen:
‘God
be
with
you
till
we
meet
again,
by
His
counsels
guide,
uphold
you,
with
His
sheep securely fold you; God be with you till we meet again.’
D. Farenhorst
(1973) Calvinist Contact