Hij
was
als
een
kaars
die
aan
twee
kanten
brandde.
Zo
typeerde
A.
Hengeveld,
president-kerkvoogd
van
Hervormd
Kampen,
Willem
Hendrik
Zwart
bij
diens
afscheid
als
Bovenkerk-organist.
Op
zaterdag
27
mei
1995
klonk
Zwarts
afscheidslied:
"Alle
roem
is
uitgesloten",
meegezongen
door
een
stijfvolle
Bovenkerk.
,,Zwart
was
als
een
kaars
die
aan
twee
kanten
fel
brandde.
Hij
was
geen
man
om
te
smeulen,
maar
om
te
branden".
Op
dat
moment,
in
mei
1995,
doofde
de
kaars
aan
de
ene
helft.
Vanmorgen
doofde
de
andere helft. Willem Hendrik Zwart is niet meer.
Het
gedwongen
afscheid
van
de
Bovenkerk
heeft
Zwart
pijn
gedaan.
Meer
dan
hij
bekennen
wilde.
Hij
respecteerde
wel
het
besluit
van
de
kerkvoogdij,
maar
de
moeite
bleef.
In
het
uitvoerige
gesprek
dat
we
met
hem
in
het
kader
van
dat
afscheid
hadden,
zei
hij:
‘Ik
zal
het
wel
missen.
De
kerkdiensten
vooral.
Die
kerkdiensten
in
de
Bovenkerk,
dat
is
het
mooiste
wat
er
is.
De
lofzang
heeft
m'n
hart
gestolen.
De
psalmen
en
een
heleboel
gezangen.
Wat
een
prachtige
teksten
en
wat
een
melodieën.
Als
je
mij
open
zou
kunnen snijden, dan kom je een en al kerklied tegen’.
Aan
de
klavieren
van
het
orgel
van
Hinsz,
daar
lag
zijn
leven.
Dag
in,
dag
uit
was
hij
daar
te
vinden,
spelend
en
componerend,
schrijvend
en
studerend.
Hij
speelde,
voor
publiek
in
driedelig
pak,
voor
jongelui
in
spijkerbroek,
voor
koningin
Beatrix
en
op
Kamper-Uitdagen,
bij
de
uitzending
van
zendingspredikant
Tj.
de
Jong,
op
een
jubileumavond
van
Terdege,
maar
ook
als
er
aan
de
IJssel
een
schip
te
water
gelaten
moest
worden
of
als
een
personeelsvereniging
een
dagje
Kampen
aandeed.
Zwart
speelde,
voor
iedereen
die
het
maar
horen
wilde,
liefst
psalmen
en
koraalbewerkingen.
Iedereen
kon
ze
meeneuriën,
want
Zwart
zat
op
zijn
orgel
nooit
te
mieren:
"Op
bergen
en
in
dalen",
"Rust
mijn
ziel"
en
"Hoe
lieflijk,
hoe
vol
heilgenot,
o,
Heer
der
legerscharen
God,
zijn
mij
Uw
huis
en
tempelzangen".
Vooral
dat
laatste,
die tempelzangen, daar lag Zwarts credo.
Eredienst
Het
aantal
concerten
dat
Zwart
heeft
gegeven,
is
niet
bij
benadering
te
schatten.
Steevast
werden
die
concerten
in-
en
uitgeleid
met
koraalbewerkingen:
,,We
beginnen
en
sluiten
met
bidden
en
danken",
zei
Zwart
daarover.
,,Een
kerkorganist
moet
zijn
hart
verpand
hebben
aan
het
kerklied",
zei
hij
in
de
interviewbundel
"Op
de
orgelbank".
,,Dan
zeggen
ze
wel
eens
tegen
me:
,,Man,
maak
je
niet
zo
druk,
het
is
toch
geen
concert.
Nee,
net
niet,
maar
de
eredienst
is
toch
veel
belangrijker
dan
een
concert!
De
eredienst
blijft inspireren, stimuleren. Maar dat komt natuurlijk ook door zo'n kerk als de Bovenkerk en door zo'n orgel als deze van Hinsz".
In
die
sfeer
rijpten
zijn
eigen
koraalcomposities.
Er
klonk
dan
steevast
een
herkenbaar
idioom,
waarbij
vokaal
werd
gedacht
en
mooi
werd
geharmoniseerd.
Koraalbewerkingen
van
Zwart
waren
toegankelijk,
geïnspireerd
op
de
tekst
en
smaakvol
vormgegeven.
Niet
iedereen
wilde
er
waardering
voor
opbrengen,
dan
klonken
er
vaak
vieze
woorden,
maar
dat
is
iets
dat
onlosmakelijk
aan
de
wereld
van
het
kerkorgel
verbonden
lijkt
te
zijn.
Zwart
betrad
voor
zichzelf
ook
nieuwe
paden,
in
zijn
Symfonische Fantasie Psalm 130 bijvoorbeeld, of in zijn kerstcompositie "Nu syt wellecome".
Infarct
Schrijven
in
dit
In
Memoriam
over
Zwarts
gouden
platen,
over
zijn
onderscheidingen
of
andere
eerbetuigingen,
over
toernee's,
over
zijn
uitgebreide
discografie
of
door
hem
uitgegeven
orgelmuziek,
is
overbodig.
Het
is
allemaal
bekend.
Genoemd
mag
wel
worden de wijze waarop hij samen met Feike Asma gezorgd heeft voor een waardige restauratie van zijn orgel in de Bovenkerk.
Vorig
jaar
juni
speelde
Willem
Hendrik
Zwart
zijn
laatste
concert
in
Kampen.
Middenin
het
Preludium
en
Fuga
over
B.A.C.H
van
Franz
Liszt
maakte
een
hartinfarct
een
einde
aan
de
muziek.
Op
zaterdag
20
december
bracht
een
nieuw
infarct
hem
in
het
ziekenhuis te Zwolle. Dankbaar was hij dat hij op oudjaarsdag weer thuis mocht komen.
Op zaterdag 15 februari pakten meer dan drieduizend mensen zich nog één keer in de Bovenkerk samen.
Men nam afscheid van de Kamper ambassadeur. Dat afscheidsconcert werd door Zwart via de kerktelefoon meegemaakt.
Vanmorgen kwam het einde.
De kaars was opgebrand.
Zwart bereikte de leeftijd van 71 jaar.
J. van ‘t Hul
Reformatorisch Dagblad