'Toen
ik
veertig
jaar
geleden
door
de
Hervormde
kerkvoogdij
werd
benoemd
als
opvolger
van
Gradus
Wendt,
was
er
iemand
die
tegen
me
zei:
'Ik
hoop
dat
u
dit
orgel
wat
meer
bekendheid
gaat
geven.'
Nou,
is
dat
gelukt?
Ik
dacht
van
wel.
Als
ik
nu
zie
hoe
de
internationale
orgelwereld
over
dit
orgel
spreekt
en
schrijft,
dan
geloof
ik
dat
ik
dat
zeggen
mag.
Wat
heb
ik
dan
gedaan?
Gewoon,
mooi
spelen.
Neem
nou
de
Lutherse
Kerk
in
Den
Haag.
Dat
was
vroeger
toch
een
volstrekt
onbekend
orgel.
Totdat
Feike
Asma
kwam.
En
nog
zeggen
ze
van
dat
orgel:
'Het
orgel
van
Asma'.
En
van
Maassluis:
'Het
orgel
van
Asma'.
En
wat
zeggen
ze
van
het
Eusebiusorgel
in
Arnhem:
'Het
orgel
van
Jan
Zwart'.
Waar
zijn
ze
gebleven,
die
bevlogen
organisten,
die
een
instrument
kleur
en
geur
konden
geven?'
DONDEREND VLAGVERTOON
'Donderend
vlagvertoon
op
orgel
A-kerk.
Zoals
te
verwachten
viel
werden
de
oudere
werken
(Bach
en
Handel)
een
twijfelachtig
succes.
Het
was
allemaal
ontstellend
spectaculair:
de
notenwaarden
werden
wel
erg
vrij
behandeld,
de
registraties
waren
woest,
de
tempi
onevenwichtig.
Die
pathetiek
kwam
Cecar
Franck
(Prelude,
Fugue
et
Variation)
uitermate
goed
te
stade:
deze
uitvoering
was
heel
overtuigend,
zowel
in
het
enorm
virtuoos
gespeelde
passagewerk
als
in
bijvoorbeeld
het
hemels
ruisende
koraal
(terecht
het
bovenwerk
met
19e-eeuwse
registers
plus
tremulant).
Meer
de
Christelijke
toer
gingen
we
op
met
de
massieve
werken
van
de
familie
Zwart
zelf,
groots
opgezette
zettingen
van
thema's
als:
'Hoe
lief'lijk
hoe
vol
heilgenot
zijn
mij
Uw
huis
en
tempelzangen',
Psalm
146:
een
woelig,
virtuoos
en
donderend
vlagvertoon.
Maar
het
was
wel
verrukkelijk
de
welvende
klank
van
het
prachtige
orgel
weer
eens
gehoord
te
hebben.'
H.F.W. Kruizewerd
Nieuwsblad van het Noorden'