'Soms denk ik: 'Willem, toe, voorzichtig hoor!'
Te veel knoppen open? Nee, die knoppen doen dat niet.
Het gaat er dan meer om dat je soms al te heftig in de toetsen grijpt.
En
dan
dat
spelen
met
de
wind
in
je
orgel.
Dat
doe
je
al
zo
lang
dat
je
er
zelf
geen
erg
meer
in
hebt.
Ik
hoor
het
anderen
wel
nadoen,
maar
dan
denk
ik:
'Oh,
doe jij 's even niet zo stom', of 'Jij weet helemaal niet hoe dat moet.'
Ze
denken
dat
het
maar
het
beven
van
je
linkerhand
is,
maar
dat
is
natuurlijk
helemaal
niet
waar.
Ze
hebben
niet
in
de
gaten
dat
het
gaat
om
bepaalde
tonen
van je drieklank. Is het een kunstje? Ja, dat zal wel.
Ik
zie
het
meer
als
ademhalingstechniek
voor
je
instrument
en
soms
heeft
een
orgelakkoord dat nodig, vind ik.'
In gloed gezet
(....)
Maar
wie
weet
hoeveel
tijd
en
inspanningen
hij
zich
vele
jaren,
en
tot
op
de
dag
van
vandaag,
heeft
getroost
om
de
glorie
van
het
Bovenkerk-orgel
en
de
Bovenkerk
aan
een
breed
publiek
bekend
te
maken,
kan
de
positieve
kanten
van
zijn
muzikale
persoonlijkheid
niet
onkennen.
En
wie
de
gemeente
wel
eens
heeft
horen
zingen,
in
een
volle
'Jeugddienst'
bijvoorbeeld,
op
de
tonen
van
Willem
Hendriks
Zwart's
orgel-
begeleiding,
die
denkt
terug
aan
wat
hij
eens
in
een
interview
in
dit
blad
zei:
'Ik
kan
niet smeulen, ik moet branden', is dankbaar dat hij zovelen aldus in gloed heeft gezet.
Hans Wiersma
Nieuw Kamper Dagblad (1986)