'Als
de
dag
van
gisteren
herinner
ik
me
het
moment
dat
ik
Zwart
voor
het
eerst
ontmoette.
Het
was
een
koude
winteravond
in
1991,
ik
mocht
met
een
kennis
mee,
zij
had
les
bij
hem
en
ik
was
op
zoek
naar
een
nieuwe
leraar.
De
ontvangst
onderaan
de
toren
was
allerhartelijkst.
Boven
bij
de
speeltafel
stond
achter
de
orgelbank
een
klein
elektrisch
kacheltje
en
boven
de
speeltafel
brandde
slechts
één
lamp.
Ondanks
de
kou
had
ik
het
warm,
van
de
zenuwen
wel
te
verstaan.
Het
laatste
kwartiertje
mocht
ik
voorspelen.
Ik
had
psalm
25
van
Zwart
ingestudeerd.
Daar
zat
ik
dan
als
dertienjarige
knaapje
achter
de
klavieren
van
het
beroemde
Hinsz-orgel.
Zwart
trok
op
het
bovenwerk
de
8-4-3
registers
en
de
tremulant
open en op het rugwerk de sesqualter en zei 'begint u maar meneer.'
Het
ging
voor
mijn
gevoel
niet
zo
heel
goed,
maar
Zwart
vond
het
helemaal
zo
gek
nog
niet.
Hij
gaf
meteen
tips
en
speelde
zelf
enkele
passages
voor.
Vanaf
dat
moment
heb
ik
vijf
jaar
les
van
hem
mogen
ontvangen
totdat
het
vanwege
zijn
gezondheid
niet
meer ging. Iedere twee á drie weken was ik in Kampen te vinden.
Ik
heb
Zwart
leren
kennen
als
een
zeer
belangstellend
persoon
en
bovenal
als
een
'gewoon'
mens.
De
lessen
waren
serieus,
maar
er
was
altijd
tijd
voor
een
praatje
of
een
grap.
Hij
was
streng
wat
vingerzetting
en
pedaaltechniek
betrof,
een
foute
noot
was
niet
erg,
hij
keek
meer
naar
hóe
je
speelde.
Vooral
in
de
maat
spelen
en
tempo
houden,
daar
was
hij
erg
op
gebrand.
'Houd
je
tempo
vast',
riep
hij
vaak.
Soms
ging
hij
ook
even
naar
beneden
om
te
luisteren,
vanuit
de
diepte
brulde
hij
dan
vaak
wat
aanwijzingen
naar boven. Ook schoof hij zelf vaak op de bank om te laten zien hoe het ook zou kunnen.
Zijn
opmerkingen
waren
altijd
met
een
positieve
insteek,
altijd
opbouwend.
Een
keer
had
ik
zelf
wat
op
papier
gezet
over
'Morgenglans
der
Eeuwigheid'.
Hij
zat
echt
te
kijken
hoe
ik
dat
speelde.
'Wat
klinkt
dat
mooi',
was
toen
zijn
reactie.
'Vooral
die
ene
noot daar in het pedaal, die staat daar precies goed'. Zo was hij ook; deed je het goed dan kreeg je dat ook te horen.
Het
waren
niet
alleen
orgelwerken
of
koraalbewerkingen
tijdens
de
les,
de
theorie
werd
niet
vergeten.
Soms
zaten
we
een
hele
les
toonladders
door
te
nemen
of
allerlei
muziektheorieën.
Vaak
kwam
tijdens
de
lessen
al
snel
het
papieren
kladje
en
het
potlood
te
voorschijn
waarop
hij
ijverig
de
theorie
met
voorbeelden
illustreerde.
De
mooiste
momenten
tijdens
de
lessen
waren
toch
wel
de
behandeling van koraalwerken en kerkelijk orgelspel. Daar heb ik ontzettend veel van geleerd.
Zwart's motto was altijd: let op de tekst van de psalm of het lied wat je speelt. Psalm 68 speel je nu eenmaal anders als Psalm 51.
Geen orgelliteratuur of ellenlange voorspelen in de eredienst maar treffend, stimulerend en stichtelijk orgelspel.
Zwart
vond
dan
ook
dat
je
je
goed
behoorde
voor
te
bereiden
op
de
zondagse
eredienst;
'Een
dominee
gaat
ook
niet
zomaar
de
preekstoel op.' Ik voel mij bevoorrecht Willem Hendrik Zwart gekend te hebben.
Als mens en docent heeft hij bij mij een onuitwisbare indruk gemaakt.
Dit zal ik altijd blijven koesteren.
Arno Lambregtse (Organist Chr. Geref. Kerk in Nijkerk en de Hervormde Dorpskerk in Hoevelaken)